11-11-2022

HOE DE VRIJE HAND IN HET WATER VIEL

HOE DE VRIJE HAND IN HET WATER VIEL

Het gebeurt niet vaak dat ik als tekstschrijver de vrije hand krijg. Maar ik kreeg hem laatst. Mijn opdrachtgever vroeg me een verhaal te schrijven naar aanleiding van Wereld Alzheimer Dag. Ik was   vrij om te kiezen in welke vorm ik dat wilde doen. Wow. Dacht ik.

Ik wilde niet zomaar in het wilde weg schrijven. En dus ging ik naar een workshop stembevrijding voor mensen met dementie. Het leek me een mooi thema: ik weet hoezeer zorgorganisaties willen dat mensen met dementie hun stem kunnen laten horen. Ik kwam naast een man te zitten met dementie én met prachtig lichtblauwe ogen. Het ontroerde me te zien hoezeer hij meeging in de workshop. Met die mooie ogen dicht gooide hij ziel en zaligheid in zijn klanken. Zou ik dat van buitenaf beschrijven? Liever wilde ik de man van binnenuit laten horen. En zo schreef ik het verhaal. Zie mijn blog van vorige maand. 

Opdrachtgever blij, ik blij. Maar inlooplocatie niet blij. Ze vonden dat ik sprak voor degene met dementie, zeiden ze. Terwijl, zo zeiden zij, de mensen met dementie moeten spreken voor zichzelf. Oei. Ik begreep ze wel. En ook weer niet. Mag je als schrijver dan niet in de huid van een ander proberen te kruipen? Mag je niet je verbeelding gebruiken om een boodschap over te brengen? Is dat dan niet het failliet van fictie? 

Ja, dat is het failliet van fictie. Daar ben ik nu wel uit. Maar fictie is niet wat de mensen van de inlooplocatie verwachtten, eerder een journalistiek verhaal. Met de tekst had ik ze context moeten geven. Context van mijn opdracht en mijn bedoeling. Het verhaal werd niet geplaatst. Ik steek hand in eigen boezem. De andere, vrije hand viel in het water en gaf alleen nog een rimpeling op mijn blogpagina.